Groene stroom : Greenpeace zet 12 elektriciteitleveranciers op een rijtje

Groene stroom is niet altijd zo groen als leveranciers beweren. Heel wat Belgische leveranciers verklaren dat ze 100% groene stroom aanbieden terwijl ze in werkelijkheid investeren in steenkool of nucleaire energie.

Groen niet altijd groen

Is groene stroom altijd groen ? Brecht Van der Meulen van Greenpeace België : “Het antwoord op deze vraag is ja en nee. Ja, omdat de hoeveelheid stroom die u verbruikt ergens in Europa is opgewekt dankzij hernieuwbare energiebronnen. Nee, omdat de stroom die bij iedereen in België thuis geleverd wordt, gemiddeld voor 8% uit groene stroom bestaat. Elektriciteit wordt immers zo dicht mogelijk bij de productie geconsumeerd.” We verbruiken dus wat dicht bij huis beschikbaar is. Ook zij die, zoals ecofun.be, een 100% groene stroomcontract hebben.

Labels alleen doen het niet

De zogenaamde groene energie-labels, die leveranciers doorheen Europa kunnen aankopen, geven aan of groene stroom opgewekt werd uit hernieuwbare bronnen ergens in Europa. Dit wordt gereglementeerd door het Europees systeem met Garanties van Oorsprong en de VREG (Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt). Het feit dat een leverancier uitpakt met dergelijke labels is slechts een deel van het verhaal. Het zegt namelijk niets over de reële productie en het investeringsbeleid : kiest de leverancier voor duurzame energie, of wordt geïnvesteerd in vervuilende kolen- of kerncentrales ?
Brecht Van der Meulen : “Het begrip energie-onafhankelijkheid van een land is een verouderd concept. In ons rapport evalueren we het investeringsbeleid en de productie van de aanbieders die aanwezig zijn op de Belgische markt op Europees niveau.”
Voor bedrijven die actief zijn in België en deel uitmaken van een internationale groep, kijkt Greenpeace dus naar gegevens over productie en investeringen in heel Europa. Belangrijk hierbij is een correct beeld te krijgen van de inspanningen van de verschillende spelers voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie.

Op een rijtje

Greenpeace evalueert in het nieuwe klassement 12 elektriciteitleveranciers. De ranking geeft een duidelijk overzicht van de scores van elke aanbieder op vlak van de ontwikkeling van groene energie. Uit het nieuwe klassement blijkt dat de Belgische consument die door zijn keuze van leverancier wil bijdragen tot een duurzamere energiemarkt steeds meer opties heeft.
  • De kleinste leveranciers blijven het klassement aanvoeren. Wase Wind, Ecopower en Energie 2030 krijgen een maximale score omdat ze voluit kiezen voor groene productie én investeringen.
  • Bij de grote leveranciers verloopt de evolutie naar een beter milieubeleid trager. Greenpeace noemt in dit geval de internationale groepen die in België aanwezig zijn: GDF (via Electrabel) EDF (via EDF Luminus), Eni (via Nuon) en RWE (via Essent). Hun investeringen in hernieuwbare energie verschillen sterk naargelang het land van afkomst. Bijvoorbeeld RWE, dat sterk vertegenwoordigd is in Duitsland, investeert meer in hernieuwbare energie (38% van de voorziene investeringen) dan GDF en EDF uit Frankrijk (respectievelijk 15% en 12% voorziene investeringen).
  • De middelgrote leveranciers blijken over het algemeen een betere keuze op vlak van duurzaamheidsbeleid. Bijvoorbeeld Lampiris en Belpower kopen hoofdzakelijk aan bij kleine producenten van hernieuwbare energie. Eneco produceert zelf voornamelijk groene stroom.